In het kielzog van milderende inflatiecijfers vertraagde de Amerikaanse centrale bank begin februari opnieuw het tempo van de rentestijging. De Federal Reserve trok de beleidsrente met slechts 25 basispunten op tot een niveau tussen 4,5% en 4,75%. Jerome Powell hamerde er nog steeds op dat bijkomende renteverhogingen zouden volgen om de inflatie voldoende onder controle te krijgen, al etaleerde de FED-voorzitter zich minder havikachtig dan voorheen.
Ook ECB-president Lagarde zette eerder de deur op een kier voor een mildere verstrakking door te
stellen dat na een rentestijging met 50 basispunten in maart, de daaropvolgende rentebeslissingen zouden afhangen van de economische situatie. De centrale banken sterkten zo de overtuiging dat de rentepiek stilaan in zicht was en dat een zachte landing terug tot de mogelijkheden leek te behoren. De sinds het jaarbegin florerende aandelenmarkten hielden bijgevolg hun positieve momentum nog even aan.
Een reeks onverwacht beter dan gehoopte economische indicatoren (u leest het goed), deed het sentiment evenwel opnieuw in de andere richting keren. Zo creëerde de Amerikaanse economie in januari zo’n half miljoen jobs, terwijl economen slechts rekenden op ongeveer een derde daarvan. Tegelijk namen de initiële werkloosheidsaanvragen af, terwijl de werkloosheidsgraad wegzakte tot het laagste niveau sinds mei 1969. De detailhandelsverkopen kwamen eveneens beduidend hoger uit dan verwacht. Ondanks de verstrakking van het monetaire beleid in de strijd tegen de inflatie blijft de arbeidsmarkt met andere woorden uitermate krap en de consumptie relatief sterk. Bovenop die robuuste economische cijfers was er een onverwachte stijging van de PCE-prijsindex tot 4,7%. Het was de eerste stijging sinds september voor de favoriete inflatiemaatstaf van de Amerikaanse centrale bank.
Verschillende FED-bestuurders signaleerden daarom dat ze de rente wellicht toch iets hoger zullen moeten opkrikken dan voorheen gedacht. De Amerikaanse tienjaarsrente klom zo doorheen
februari ongeveer een halve procentpunt hoger tot 3,92%, terwijl de rentecurve de grootste inversie
liet optekenen sinds het begin van de jaren ’80. Op basis van de futures lijkt de markt nu te rekenen
op een beleidsrente van 5,25% tot 5,50% tegen juli, ongeveer een halve procentpunt hoger dan de
prognoses die aan het begin van de maand werden becijferd.
Ook in Europa werden de renteverwachtingen ondertussen bijgesteld nadat enkele leden van de ECB lieten verstaan dat er nog significante renteverhogingen zouden volgen om de persistente inflatie te bestrijden. De Duitse 10-jarige rente steeg doorheen februari met ongeveer 30 basispunten tot 2,58%.
Stijgende rentes gepaard met lagere verwachte bedrijfswinsten doen de aandelenmarkten doorgaans geen deugd. Na de prima jaarstart corrigeerden voornamelijk de Amerikaanse beurzen opnieuw wat, terwijl de Europese aandelenmarkten ter plaatse trappelden. De inflatie, de rente en de economische groeivooruitzichten zullen ongetwijfeld de markten in 2023 verder in hun grip houden.