Welkom op de blog van Dierickx Leys

Optimale overdracht naar uw partner

Geschreven door Dominique De Schutter | 01 juli 2016

Vormt u een paar zonder kinderen? Dan is de kans groot dat u de overdracht van uw vermogen optimaal wilt regelen. Kinderloze koppels willen vaak de totaliteit of het grootste deel van hun vermogen nalaten aan de langstlevende partner. Toch voorziet de wet ook een en ander voor de broers of zussen en/of ouders (indien nog in leven). Lees hier hoe u uw partner maximaal kan beschermen.

Wat erft uw partner volgens de wet?

Eerste vraag: erft uw partner automatisch volgens de wet, en wat precies? 

Daarvoor moet u in de eerste plaats kijken naar het statuut van uw partner. Is er sprake van huwelijk, wettelijke samenwoning of feitelijke samenwoning?

Feitelijk samenwonend

Feitelijk samenwonende partners erven niet van elkaar. Enkel wanneer u een verklaring van wettelijke samenwoning hebt afgelegd bij de burgerlijke stand, geniet uw partner een beperkt erfrecht (d.w.z. automatisch, zonder opmaak van een testament) met name het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Dat maakt dat de langstlevende partner in de gezinswoning kan blijven wonen. De ‘blote eigendom’ komt echter toe aan de naaste bloedverwanten (broers of zussen en/of ouders) van de overleden partner.

Met een verklaring van wettelijke samenwoning geniet uw partner het vruchtgebruik van de gezinswoning en inboedel. Hij/zij kan er dan blijven wonen.

Gehuwd

Bent u gehuwd? Dan is het erfrecht van de langstlevende echtgenoot ruimer. 

Bij een stelsel van gemeenschap van goederen erft de huwelijkspartner de hele gemeenschap in volle eigendom. Zijn er eigen tegoeden (d.w.z. voorhuwelijkse goederen en/of hetgeen de partner tijdens het huwelijk door erfenis of schenking heeft gekregen), dan is het erfrecht van de langstlevende partner beperkt tot het vruchtgebruik. Ook hier komt de blote eigendom toe aan de naaste bloedverwanten van de overleden echtgenoot. 

Bij een zuivere scheiding van goederen is er enkel sprake van eigen tegoeden. Dan erft de langstlevende echtgenoot enkel het vruchtgebruik op de bezittingen van de overleden echtgenoot. Ook in deze situatie komt de blote eigendom toe aan de naaste bloedverwanten.

Hoe optimaliseren voor uw partner?

Wie minder  erfbelasting wil betalen, kiest vaak voor de schenking. Let wel: u kan enkel goederen die behoren tot uw eigen vermogen schenken aan de partner. 

  • Voor feitelijk en wettelijk samenwonenden vormt dit geen probleem, want zij beschikken vanuit juridisch oogpunt niet over gemeenschappelijk vermogen. 
  • Voor echtgenoten die gehuwd zijn met zuivere scheiding van goederen is er ook enkel sprake van eigen vermogen. Ongeacht of dat vermogen verkregen of opgebouwd is voor of tijdens het huwelijk.
  • Bij een stelsel van gemeenschap van goederen bestaat het eigen vermogen enkel uit goederen die al in bezit waren voor het huwelijk. Of goederen die tijdens het huwelijk zijn verkregen via erfenis of schenking.

Herroepbaar of definitief?

Een belangrijke troef bij schenkingen tussen echtgenoten is dat deze altijd herroepbaar zijn en dus ongedaan kunnen gemaakt worden door de schenkende echtgenoot, bijvoorbeeld bij een echtscheiding of bij overlijden van de begunstigde partner. 

Schenkingen tussen feitelijke en wettelijk samenwonende partners zijn echter steeds definitief. Hier kan een beding van conventionele terugkeer bij vooroverlijden een oplossing bieden. De geschonken tegoeden keren bij overlijden van de begiftigde terug naar het vermogen van de schenkende partner. 

Wat als beiden zijn overleden?

Een bezorgdheid die vaak opduikt bij kinderloze paren, is: wat gebeurt met de geschonken tegoeden als we allebei zijn overleden? 

Hier kan het beding van fidei commis de residuo of restschenking soelaas bieden. Daarbij wordt bepaald dat na het overlijden van de begiftigde, de geschonken tegoeden (of althans wat resteert) moeten toekomen aan de bloedverwanten (bijvoorbeeld broers en zussen) van de schenkende partner. Zo blijven de geschonken tegoeden binnen de familie van de schenkende partner. 

Andere technieken 

Is een overdracht tijdens het leven (nog) niet aangewezen? Dan zijn er ook technieken om bij overlijden de langstlevende partner voldoende te beschermen. 

  • Voor gehuwden kan die extra bescherming voorzien worden in het huwelijkscontract (o.a. door een toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen of een finaal verrekenbeding). 
  • Samenwonenden die hun partner meer wensen toe te bedelen dan wettelijk voorzien, stellen best een testament op. Hierin kan bijvoorbeeld gestipuleerd worden dat het aandeel in de gezinswoning in volle eigendom moet toekomen aan de partner. 

Let wel: het testament biedt echter geen volledige zekerheid aan uw partner. Het is een strikt persoonlijke akte die steeds kan gewijzigd worden. 

Wenst u als  partners zekerheid dat bijvoorbeeld het onroerend goed dat u  samen aankoopt, bij overlijden van één van beide volledig aan de langstlevende partner toekomt? Dan laat u best  een beding van aanwas opnemen.

Tegen welke kostprijs?

Voor de toepassing van de tarieven van schenk- ­en erfbelasting worden de wettelijk samenwonenden gelijkgesteld met echtgenoten. Zowel voor schenkingen als voor verervingen zijn de tarieven in rechte lijn van toepassing. Die gelijkstelling geldt in Vlaanderen ook voor feitelijk samenwonende partners mits de partners minstens één jaar feitelijk samenwonen. Als bewijs geldt de inschrijving in het bevolkingsregister.

Erfbelasting

Erfdeel
0,01 – 50.000 €
50.001 – 250.000 €
> 250.000 €

Tarief
3%
9%
27%

 

Schenking onroerend Schenking roerend
Gedeelte schenking
0,01 -150.000 €
150.001 – 250.000 €
250.001 – 450.000 €
> 450.000 €

Tarief
3%
9%
18% 
27%

3% of 0%
(ongeacht de waarde)

 

Vrijstelling van erfbelasting?

In Vlaanderen geniet de langstlevende partner een vrijstelling van de erfbelasting op de gezinswoning. Dit geldt voor echtgenoten en wettelijk samenwonenden partners. Ook feitelijk samenwonenden die de gezinswoning (of een deel ervan) erven, kunnen vrijgesteld worden wanneer de partners vóór het overlijden minstens drie jaar samengewoond hebben. Ook hier geldt de inschrijving in het bevolkingsregister als bewijs. De vrijstelling geldt niet voor een tweede verblijf. 

Wenst u graag meer informatie, aarzel dan niet contact op te nemen met uw relatiebeheerder.