<img height="1" width="1" style="display:none" src="https://www.facebook.com/tr?id=479708106200774&amp;ev=PageView&amp;noscript=1">

‘Mid-covid’-economie voor 2022

03 januari 2022

Sven Sterckx, lid van het directiecomité, bekijkt wat de ‘mid-covid’ economie in 2022 op macro-economisch gebied in petto heeft en welke uitdagingen er voor ons liggen.

Meer weten? Herbekijk dan zeker ook de presentatie van Sven Sterckx over 'Mid-covid'-economie tijdens onze Outlook 2022 Livestream van donderdag 13 januari 2022 via deze link. 

Het virus dat de wereld in 2020 als een donderslag bij heldere hemel verraste, veroorzaakt twee jaar later nog steeds onzekerheid en onrust. De pandemie is nog lang niet over en zolang er een groot verschil blijft tussen de vaccinatiegraad van rijke en arme landen, zal omikron niet de laatste mutatie van het virus zijn. Zoals virologen aangeven, zal het virus niet weggaan, maar wordt het minder heftig. Het is alsof het virus met ons leert leven, en wij met het virus.

2021 was het jaar van het economisch herstel. Na de opeenvolgende lockdowns van 2020 kwam de economie weer tot leven. De bevolking werd euforisch en er was zelfs sprake van de ‘roaring twenties’ of ‘de zomer van vrijheid en blijheid’. De tijd was gekomen om de in de lockdown opgespaarde gelden te besteden.

De vraag naar goederen steeg zeer snel. Zo snel dat bedrijven en fabrieken niet konden volgen om de goederen te leveren. Dat verstoorde bovendien het globale logistieke netwerk. Doordat goederen en componenten niet onmiddellijk werden geleverd, ontstond een
‘fear of missing out’. Er werd daardoor meer besteld dan nodig om de goederen of componenten toch maar geleverd te krijgen. Dat onevenwicht tussen een vraag, die uiteindelijk twee keer zo groot was als voor COVID, en een trager opstartend productieproces leidde tot de grootste stijging van de consumentenprijzen van de voorbije decennia.

Wat zal 2022 ons brengen?
Voor het antwoord op die vraag moeten we toch achteruit kijken. Het stilleggen van de economie in 2020 was zo ingrijpend dat we nog steeds de gevolgen van die beslissing dragen. Je kan de vergelijking maken met een steen die je in het water werpt, waarbij de steen staat voor COVID-19 en het wateroppervlak voor de economie. Daar waar de steen het wateroppervlak raakt, ontstaat er een krater in het wateroppervlak. De krater duwt het water opzij waardoor een uitdijende golf ontstaat. De gebeurtenis beïnvloedt het ganse wateroppervlak maar hoe verder weg van de plaats van impact, hoe kleiner de gevolgen. De economische onevenwichten die in 2021 ontstonden, zullen op hun beurt de economie in 2022 beïnvloeden.

Minder economische groei in de eerste twee kwartalen
Met name de hoge inflatie en de hoge energieprijzen zullen een impact hebben. Die raken de consument in de portemonnee, voornamelijk door de hoge energierekening, maar evengoed indirect door gestegen energie- en grondstofprijzen die worden doorgerekend aan de consument. Daardoor gaat de consument minder besteden, wat de groei opnieuw zal afremmen. Dat is echter niet de enige factor die groeivertragend werkt. Het wegvallen van de fiscale steun en het beëindigen van de geldcreatie zal wegen op de economische groei. Tot slot werden er bij het openen van de economie meer orders geplaatst dan nodig. Dat zijn orders die niet meer geplaatst worden in 2022.

We gaan er bijgevolg van uit dat de groei van de Europese en Amerikaanse economie in de eerste twee kwartalen laag zal zijn, om in de tweede jaarhelft opnieuw aan te trekken. Zie bijgevoegde grafiek. Let op, we spreken in de eerste jaarhelft nog steeds van economische groei.

Inflatie zal dalen
De inflatie bereikt stilaan zijn hoogtepunt en zal in 2022 opnieuw dalen. Dat is niet enkel ingegeven door de vertraagde groei, maar ook door de toeleveringsketen die normaliseert en de bedrijven die opnieuw bijna op volle toeren draaien. Een belangrijk bestanddeel in de inflatie zijn de loonkosten. De loonkosten stegen de voorbije maanden, maar de kans dat dat ontspoort, is eerder beperkt. In de VS zien we dat enerzijds de vakbonden de voorbije decennia aan macht inboetten. Anderzijds zien we dat een groot deel van de bevolking nog niet naar de arbeidsmarkt teruggekeerd is. De arbeidsmarkt zal de komende maanden normaliseren. Ook in Europa zien we geen gevaar voor verder stijgende oonkosten. De loonindexatie van België waarbij lonen automatisch stijgen met de inflatie, is een unicum.

Rentecurve wordt steiler
Traditiegetrouw neemt de Amerikaanse centrale bank (Fed) het voortouw wanneer het over monetaire beslissingen gaat. Einde 2021 kondigde de Fed reeds aan dat zij versneld een einde wil maken aan de geldcreatie. Dat betekent dat de Fed tegen maart 2022 zal stoppen met het opkopen van obligaties. Dat zal voor gevolg hebben dat de langetermijnrente zal stijgen. Als de economie in de tweede jaarhelft opnieuw aantrekt, zullen ze ook de kortetermijnrente verhogen. Dat alles zal ertoe leiden dat de Amerikaanse rentecurve steiler en hoger wordt.

Algemeen mogen we stellen dat Europa met vertraging de beslissingen van de Fed volgt. We gaan er dan ook van uit dat ook de ECB de aankoop van obligaties zal verminderen of stopzetten. De verhoging van de kortetermijnrente zal eerder voor 2023 zijn.

Conclusie
2022 zal het jaar van economische rust worden. De economie neemt een adempauze zodat het onevenwicht, gecreëerd door het sterk economisch herstel van vorig jaar, zich kan herstellen. De dalende inflatie zal wat druk van de ketel halen bij de centrale bankiers om de kortetermijnrente te veel te verhogen.

Blijf op de hoogte!

Nog geen reacties

Laat ons weten wat jij denkt.