Geconcentreerde beursrecords in juni

In de voorbije maand werden er opnieuw gloednieuwe beursrecords gevestigd op de wereldwijde aandelenmarkten. De AI-gelieerde technologiespelers plaatsten andermaal een stevige demarrage en namen zo het achterblijvende aandelenpeloton op het sleeptouw. Waar er doorheen de eerste maanden van 2024 een duidelijke sectorale en regionale verbreding merkbaar was van de beursstijging, zagen we naar het einde van juni toe opnieuw het tegenovergestelde gebeuren.

De geconcentreerde beurssuccessen sinds het begin van de opkomst van generatieve artificiële intelligentie weerspiegelen zich ook in het feit dat de drie grootste beursgenoteerde bedrijven, zijnde Microsoft, Apple & NVIDIA, met elk een marktkapitalisatie van meer dan 3 biljoen dollar, nu samen goed zijn voor meer dan 20% van de Amerikaanse S&P 500-index. De tien grootste posities in diezelfde index zijn ondertussen goed voor ongeveer 37% van het totaal, een historisch ongezien hoog niveau. Overheen juni steeg de S&P 500 in USD met 3,47%, terwijl diezelfde aandelenkorf op gelijkgewogen basis met ongeveer 0,65% daalde. De Europese Stoxx 600 daalde in juni met 1,30%, enerzijds door het kleinere gewicht van technologienamen, anderzijds door de politieke onzekerheden die werden teweeggebracht door de Europese verkiezingen.

Ook opvallend in de voorbije maand waren de rentebewegingen aan weerskanten van de Atlantische Oceaan. De Amerikaanse tienjaarsrente daalde overheen de eerste weken van juni met ongeveer 30 basispunten tot 4,22%, gedreven door zwakker dan verwachte economische cijfers uit de maakindustrie en een werkloosheidsgraad die steeg van 3,9% tot 4%. Gegeven de data-afhankelijke houding van de Federal Reserve (FED) verhogen die zwakkere signalen de kans op een eerste renteknip in september. Op basis van de futures ziet de markt dat evenwel slechts met een tot op heden beperkte waarschijnlijkheid van 65% gebeuren. Er waren immers ook positieve economische signalen, zoals een hoger dan verwachte jobcreatie en beter dan verwachte economische cijfers uit de dienstensector. De uiteenlopende economische data geven met andere woorden aan Powell & Co nog steeds voldoende ruimte om een afwachtende houding aan te nemen.

Door wekenlang min of meer aan te kondigen dat de rente bij het eerstvolgende conclaaf van de Europese Centrale Bank (ECB) zou geknipt worden, ontnamen Lagarde & Co zichzelf diezelfde mogelijkheid op een afwachtende houding. Nochtans werden ze daags voordien geconfronteerd met een hoger dan verwachte inflatie. Maar zo gezegd, zo gedaan. De ECB verlaagde de Europese beleidsrente met 25 basispunten tot 3,75%, terwijl ze opvallend genoeg simultaan de inflatieverwachtingen optrok. Rond bijkomende renteverlagingen stelde Lagarde dat het verdere verloop van de inflatie veel te onzeker is om daar nu al uitspraken over te doen. Met andere woorden: opnieuw in wachtmodus!

Dat zowel de Duitse als de Amerikaanse tienjaarsrente op het einde van juni opnieuw opveerden, had enerzijds te maken met weer opgelopen (inflatieversterkende) olieprijzen, alsook met een hernieuwde vrees op toekomstig populistisch (fiscaal) overheidsbeleid. In de Verenigde Staten vanwege de bedenkelijke prestatie van president Biden in het langverwachte eerste verkiezingsdebat met tegenhanger Trump, in Europa vanwege de door Frans president Macron vervroegd uitgeroepen parlementsverkiezingen als reactie op de verkiezingswinst van extreem rechts. Het is dus veel afwachten geblazen: onder andere op technologisch, inflatoir, economisch, (geo)politiek, fiscaal & monetair vlak. Ondanks de geconcentreerde beurssuccessen van de voorbije periode lijkt het daarom niet verkeerd om te blijven waken over een voldoende gediversifieerde portefeuille van kwaliteitsvolle aandelen.

Artikels zoals deze rechtstreeks in jouw mailbox ontvangen via de maandelijkse Next Gen nieuwsbrief? Schrijf je hieronder in: