Huiverende markten in Halloweenmaand

Het waren opnieuw vreugdeloze beurzen in de maand oktober. Voor de derde maand op rij werden de financiële markten geconfronteerd met oplopende langetermijnrentes waardoor de koersen van zowel aandelen als obligaties neerwaartse druk ondervonden. De Amerikaanse S&P 500-index daalde met 2,2%, terwijl de Europese Stoxx 600 3,7% lager afsloot. Zelfs de ‘Magnificent Seven’, een select clubje AI gedreven Big Tech’ers die tot hiertoe de onderliggende beursmalaise van de marktkapitalisatie-gewogen aandelenkorven goed wisten te maskeren, begonnen hier en daar tekenen van zwakte te vertonen. Enkel de aandelenkoersen van clubleden Microsoft en Amazon konden de maand nog in het groen afsluiten, te danken aan meevallende bedrijfsresultaten.

Van de bedrijven uit de S&P 500 die dit resultatenseizoen hun kwartaalwinsten al publiceerden, slaagde ongeveer 77% erin om positief te verrassen. In het heersende beursklimaat krijgen gunstige bedrijfsprestaties echter vaak maar een lauw applaus, terwijl tegenvallende resultaten meer dan gewoonlijk leiden tot onbeteugelde afstraffingen. Zo zag Google-moeder Alphabet in één dag meer dan 150 miljard dollar aan beurswaarde verdampen omdat de resultaten van de Cloud-divisie de verwachtingen niet wisten in te lossen. Los van de rente-herkalibratie, is de sfeer op de beurzen in het algemeen dus erg gespannen.

Zoals verwacht liet de Europese Centrale Bank in oktober de depositorente stabiel op 4% en de herfinancieringsrente op 4,5%. Na een tiendelige reeks renteverhogingen lassen Lagarde & Co met andere woorden een rentepauze in, erop duidend dat het huidige renteniveau aangehouden zal blijven totdat de inflatie wederkeert richting het beoogde niveau van 2%. Het laatste Europese kerninflatiecijfer klokte af op 4,2%. Dat was in lijn met de verwachting maar nog steeds fors boven de officiële inflatiedoelstelling.

De geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten veroorzaken daarnaast opnieuw hogere gasprijzen en dus ook een verdere inflatoire druk. Maar, de ECB is niet blind voor de almaar verslechterende economische indicatoren en neemt in die context liever een afwachtendere houding aan. Zo daalde de samengestelde inkoopmanagersindex voor de eurozone in oktober tot 46,5, fors lager dan de 47,4 die verwacht werd. Een getal lager dan 50 wijst op een economische contractie.

Voor FED-voorzitter Powell liggen de kaarten enigszins anders. De kerninflatie blijft ook in de Verenigde Staten op een hardnekkig hoog niveau (3,7%), terwijl de Amerikaanse economie ondanks de forse rentestijgingen vooralsnog robuust blijft. Volgens een eerste schatting steeg het BBP in het derde kwartaal sterker dan Jasper Thysens verwacht met 4,9% op jaarbasis. Ondanks de hogere ontleningskosten bleef de gemiddelde Amerikaan gretig consumeren. In die zin is het weinig verwonderlijk dat het verschil tussen het tienjarig rendement op Amerikaanse (4,86%) en Duitse (2,79%) staatsleningen verder opliep.

Of het huidige Amerikaanse groeiritme aangehouden kan blijven, is weinig waarschijnlijk. Met onder andere slinkende spaarreserves, afnemende kredietaanvragen, en de heropgestarte afbetalingen van studieleningen, heeft Powell ook voldoende redenen tot voorzichtigheid. Verschillende FED-leden lieten zich in oktober al ontvallen dat de gestegen langetermijnrente de nood aan een restrictiever monetair beleid heeft vervangen. De kans is bovendien groot dat die langetermijnrente nog een tijdje hoger zal blijven. Immers, de enige uitweg voor een almaar oplopend begrotingstekort enerzijds en hogere (her)financieringskosten anderzijds, is de uitgave van extra staatspapier. En laat net daarvoor de vraag wat opdrogen.

Begin november zien we evenwel opnieuw wat opluchting in de markten dankzij de mildere retoriek van de centraal bankiers. Tijd voor een eindejaarsrally?

Artikels zoals deze rechtstreeks in jouw mailbox ontvangen via de maandelijkse Next Gen nieuwsbrief? Schrijf je hieronder in: