Het beurssentiment bleef ook in maart weinig optimistisch, voornamelijk vanwege het uiterst onzekere geopolitieke klimaat.
De Europese beurzen tekenden een daling van ongeveer 4,2% in euro op, terwijl de Amerikaanse beurzen in dollartermen ongeveer 5,8% daalden. Vanwege een verdere verzwakking van de Amerikaanse greenback (dollarindex: -3,16%) liep die daling uitgedrukt in euro zelfs op tot ongeveer 9,37%.
Het goud bleef als veilige haven bij uitstek nieuwe records aantikken.
Zoals hij het wellicht graag heeft, bleven alle ogen gericht op Donald Trump. De onstandvastige
Amerikaanse president hield het economisch dreigingsniveau ten opzichte van de handelspartners van de Verenigde Staten hoog en stelde dat hij op 2 april, een dag die hij omdoopte tot ‘Liberation Day’, een nieuw salvo van tariefverhogingen zou aankondigen.
Trump beoogt de belangrijkste handelstekorten te verminderen aan de hand van zogenaamde ‘reciprocal tariffs’ (wederkerige tarieven). Dit zijn gerichte heffingen die, althans volgens Trump, compensatie bieden voor verschillende oneerlijke handelspraktijken vanwege buitenlandse overheden, zoals tarieven op Amerikaanse goederen of overheidssubsidies.
Gegeven het wispelturige karakter van ‘The Donald’, blijft het evenwel koffiedik kijken in welke definitieve vorm (lees: na eventuele onderhandelingen) dit plan effectief tot uitvoering zal worden gebracht.
Daarnaast is het moeilijk in te schatten in welke mate deze hogere tarieven zullen leiden tot een ge-pingpong van vergeldingsmaatregelen en een algehele verzuring van de relatie met de Verenigde Staten.
Wat wel relatief zeker is, is dat de hele oefening weinig zal bijdragen aan een verdere daling van de inflatie, integendeel. Iets wat ook de Amerikaanse consument niet ontgaan is, afgaande op de weinig opbeurende statistieken van de Universiteit van Michigan.
Het ontbreken van een stabiel handelsklimaat maakt het bovendien enorm moeilijk voor ondernemingen om hun investeringsplannencorrect te positioneren. De ISM Manufacturing PMI bleef dan ook maar nipt boven 50, zijnde de grens tussen economische krimp en expansie.
De Federal Reserve bleef in een afwachtende kramp aan de zijlijn staan en hield de beleidsrente in maart stabiel op een niveau tussen 4,25% en 4,50%.
Wel waarschuwde Powell en de zijnen dat de Amerikaanse groei wellicht iets lager (1,7% i.p.v. 2,1%) en de kerninflatie wellicht iets hoger (2,8% i.p.v. 2,5%) zou uitvallen dan initieel verwacht.
Hij ziet nog ruimte voor twee rentedalingen in de loop van het jaar.
De Europese Centrale Bank (ECB) liet de beleidsrente opnieuw met 25 basispunten dalen, maar hintte op een mogelijke pauze in april. De inflatie in de eurozone daalde ondertussen immers tot 2,2%, wat lager was dan verwacht.
Bovendien lanceerde het financieel conservatieve Duitsland een aanzienlijk investeringsplan ten belope van 500 miljard euro om enerzijds de Duitse economie weer aan te wakkeren, en anderzijds te voorzien in de nodige investeringen in defensie.
De Duitse tienjaarsrente steeg op dit nieuws met maar liefst 30 basispunten. Daarnaast lanceerde
ook Europa, onder leiding van Ursula von der Leyen, een defensieplan van maar liefst 800 miljard euro.
De hoop op een volledig staakt-het-vuren in Oekraïne, laat staan op een structureel einde van de oorlog, leek evenwel terug weg te ebben nadat duidelijk werd dat Rusland toch niet helemaal gewillig was om mee te gaan in de bemiddelingsvoorstellen van Trump.
Alles in rekening genomen lijkt het erop dat het beursklimaat nog een tijdje erg volatiel zal blijven.