Presidentsverkiezingen VS: vijf conclusies na ‘Super thuesday’
Op 5 november van dit jaar verkiezen de Amerikanen een nieuwe president. Het is ondertussen duidelijk dat de strijd dit jaar, net zoals in 2020, zal gaan tussen Donald Trump en Joe Biden. We denken dat, gegeven de sterk uiteenlopende politieke standpunten en maatschappijvisies, de uitkomst van deze verkiezing wel eens verregaande gevolgen zou kunnen hebben.
De consequenties zullen zichtbaar zijn, zowel op vlak van binnenland- als buitenlandpolitiek, waarbij de rol van de VS in globale kwesties mogelijk op een andere manier zal worden ingevuld. Dat de directe gevolgen hiervan voor individuele landen niet onschuldig zal zijn blijkt vandaag al uit het onvermogen om het militair steunpakket voor Oekraïne (en in minder mate Taiwan) goedgekeurd te krijgen in het Amerikaanse Congres. Het toont duidelijk de patstelling aan tussen Democraten en Republikeinen alsook de totale blokkering van een politiek systeem gebaseerd op samenwerking door politiek compromis.
Tot slot verwachten we een ‘vuile’ presidentscampagne, die minder over visionaire politieke ideeën zal gaan, maar eerder om persoonlijke aanvallen en het (on)vermogen van beide kandidaten om een coherent beleid te voeren. Gegeven de gevorderde leeftijd van beide heren belooft het alleszins geen fraai schouwspel te worden. We maken een huidige stand van zaken op, op basis van vijf conclusies.
Biden blijft geweldig onpopulair
Volgens de laatste exitpolls van het Amerikaanse realclearpolling.com heeft Joe Biden een ‘approval rating’ van slechts 39,4% ten opzichte van een ‘disapproval rating’ van 56,2%. Anders gezegd is een meerderheid van de Amerikaanse bevolking het volstrekt oneens met het huidige gevoerde beleid van de president. De ‘framing’ door rechts-conservatieve media, die president Biden consistent afschilderen als een fragiele oude man die amper uit zijn woorden komt, blijkt uiterst succesvol. Wanneer we echter kijken naar het gevoerde politiek-economisch beleid van de afgelopen vier jaar, dan zijn er toch veel elementen die eerder positief kleuren. Zo blijft de Amerikaanse economie sterk presteren, blijft de werkloosheid historisch laag en is er met de ‘Chips act’ een industriële renaissance aan de gang op vlak van binnenlandse productiecapaciteit in de technologiesector.
Trump heeft een lichte voorsprong in de polls
Mochten er vandaag verkiezingen zijn, dan zou Donald Trump ongeveer 47,6% van de stemmen halen ten opzichte van 45,8% voor Joe Biden. Het blijft als omstaander onbegrijpelijk dat Donald Trump er, ondanks een waslijst aan rechtszaken en schandalen, in blijft slagen om een groot gedeelte van het Republikeinse electoraat voor zich te winnen. Zowel huidig President Biden als voormalig president Trump kunnen steevast terugvallen op een redelijk loyale kern van medestanders die zich identificeren met de partijlijnen. De zogenaamde geregistreerde stemmers. Echter, om de Amerikaanse verkiezingen te kunnen winnen, is het van primordiaal belang om vooral de ‘onafhankelijke’ kiezer te kunnen overtuigen. Volgens een recente poll van ‘The Associated Press’ beschouwt 20% van het Amerikaanse electoraat zich als ‘niet-partijgebonden’. Het is dan ook dit segment van de populatie dat de beslissende stem zal hebben in november.
De verdeeldheid tussen Republikeinen en Democraten is enorm groot
Volgens een nieuwsartikel van de Wall Street Journal beschouwt meer dan 95% van de Trump-stemmers de rechtszaken tegen Trump als ‘ongegrond’. Bij de niet-Trump stemmers is de verhouding omgekeerd, met ongeveer 70% die de rechtszaken beschouwen als ‘legitiem’. Wanneer het gaat over de gebeurtenissen op 6 januari 2021 zijn er ook opvallende verschillen. Ongeveer 75% van de Trump-stemmers vinden dat hij niets verkeerd deed. Dit in tegenstelling tot de niet-Trump stemmers waar de verhouding net volledig omgekeerd is. Tot slot, beschouwen ongeveer 80% van de Trump-stemmers de presidentsverkiezing van Joe Biden als niet-legitiem, terwijl ongeveer 85% van de niet-Trump stemmers deze verkiezingen wel als legitiem beschouwt. Ongeacht van wie de verkiezingen op 5 november wint is de conclusie duidelijk: de Amerikaanse bevolking is enorm verdeeld.
De zogenaamde ‘strijdstaten’ zullen andermaal bepalen wie president wordt
Zowel in de presidentsverkiezingen van 2016 als 2020 beslisten zes staten uiteindelijk over winst en verlies. Deze ‘strijdstaten’, waar de uitkomst uitermate onvoorspelbaar is, zijn respectievelijk Wisconsin, Michigan, Pennsylvania, Georgia, Arizona en Nevada. Noteer ook dat de druk op publieke ambtenaren gedurende het stemproces in 2020 enorm was, wat in 2024 andermaal zou kunnen leiden tot incidenten en wanorde.
De keuze voor vicepresident zou wel eens belangrijker kunnen zijn dan in het verleden
De vicepresident bekleedt traditioneel eerder een ceremoniële functie, waarvan het belang vanuit politiek standpunt eerder gering is. In de meeste gevallen wordt de keuze louter op basis van politiek opportunisme en niet op vlak van merite bepaald. Soms scoort een presidentskandidaat redelijk zwak bij een bepaalde bevolkingsgroep, in een bepaalde strijdstaat of bij een bepaalde geloofsgemeenschap. Een gerichte keuze voor de functie van vicepresident kan de presidentskandidaat dan ook ‘verteerbaarder’ maken voor een bepaald segment van de populatie. Zowel bij de Democraten als de Republikeinen is de keuze verre van zeker. Hopelijk denkt men er goed over na, want de gevorderde leeftijd van beide kandidaten (Biden is 81, Trump 77) is een serieus politiek risico.
Gebruikte bronnen:
Artikels zoals deze rechtstreeks in jouw mailbox ontvangen via de maandelijkse Next Gen nieuwsbrief? Schrijf je hieronder in: