Artificiële intelligentie stut weifelende aandelenmarkten

01 juni 2023


Zoals verwacht vertraagde de Europese Centrale Bank (ECB) het tempo van de rentestijgingen en werd de Europese beleidsrente in het begin van de bloeimaand met slechts 25 basispunten opgetrokken tot 3,25 %. De ECB schakelde zo terug naar dezelfde versnelling als de Federale Reserve (Fed), die de Amerikaanse beleidsrente optrok tot een niveau tussen 5% en 5,25%. Het is ondertussen van 2008 geleden dat het aan beide kanten van de Atlantische Oceaan zoveel geld kostte om geld te ontlenen.

Volgens een eerste raming viel de Europese kerninflatie, die de volatielere energie- en voedingsprijzen buiten beschouwing laat, in mei terug tot 5,3%, terwijl het Amerikaanse kerninflatiecijfer voor de maand april uitkwam op 5,5%.

Hoewel beter dan verwacht, blijven die cijfers fors boven de streefwaarde van 2% die de
centrale bankiers vooropstellen.

Daarnaast blijft zowel de Europese als de Amerikaanse arbeidsmarkt erg krap en hinten de inkoopmanagers op verbeterende economische omstandigheden, gedreven door een florerende
dienstensector die een in het slop verkerende industrie ruimschoots compenseert.

Lagarde stelde dan ook in klare taal dat de rente nog niet restrictief genoeg was en de ECB voorlopig nog niet op de pauzeknop zou duwen. Met de in de afgelopen maanden ontvouwde bankenproblematiek in het achterhoofd, is Powell iets voorzichtiger geworden in zijn bewoordingen en wijst hij erop dat de rentestijgingen pas met enige vertraging hun (al dan niet gewenste) effecten
tonen. Bovendien is volgens de voorzitter van de Federal Reserve het risico van te veel of te weinig
monetaire verstrakking op het huidige renteniveau redelijk in balans. Het tragere ritme van de
stijgende levensduurte geeft hoe dan ook opnieuw enige hoop dat de centrale bankiers minder ver
hoeven te gaan dan aanvankelijk gevreesd.

Boven op het verhaal rond de inflatie, de rentestijgingen en de daarmee gepaarde recessievrees, leidde een zenuwslopende partij blufpoker tussen Democraten en Republikeinen tot bijkomende
spanning op de financiële markten. Het Amerikaanse schuldenplafond van $ 31,4 biljoen volstond immers niet langer om de lopende uitgaven, die beide partijen voor alle duidelijkheid in het verleden al goedkeurden, te financieren.

Zonder akkoord voor een verhoging van het schuldenplafond zouden de Verenigde Staten met andere woorden niet langer in staat zijn om al hun financiële verplichtingen na te komen, waaronder het terugbetalen van de voor risicoloos aangenomen en wereldwijd verspreide Amerikaanse staatsleningen. Het is evenwel niet de eerste keer dat het schuldenplafond wordt ingeschakeld als onderhandelingswapen om partijdoelen af te dwingen en het zal ongetwijfeld niet de laatste keer zijn. Ondanks het feit dat beide partijen maar al te goed weten dat zonder consensus er alleen maar verliezers zouden overblijven, werd het spel danig op de spits gedreven en was het wachten tot het laatste moment alvorens alsnog een akkoord bereikt werd.

De opwaartse druk op de langetermijnrente op Amerikaanse staatsleningen als gevolg van de
onzekerheid rond het schuldenplafond, had weinig effect op de eerder stoïcijns reagerende
Amerikaanse aandelenmarkt. De S&P 500 sloot de maand af met een lichte winst van 0,25%, al werd die nagenoeg geheel gedreven door een handje vol technologiemastodonten als ChatGPT-investeerder Microsoft, Google-moeder Alphabet en Facebook-herberg Meta. Wellicht de meest spraakmakende prestatie was die van grafische chipproducent NVIDIA, die na het geven van
een analisten-verpulverende outlook zijn beurswaarde op één dag tijd met zo’n $ 200 miljard zag
aandikken. In Europa ontbrak een dergelijke AI-stutting waardoor de Euro Stoxx 600 de maand afsloot met een verlies van 3,19%. 

Lees hier de volledige The Markets! van juni 2023.

Ook interessant

blogpost over Vermogensbeheer

Blijf op de hoogte!

Nog geen reacties

Laat ons weten wat jij denkt.