Zonnige beurzen in drassige meimaand
De aandelenmarkten werden in de meimaand getrakteerd op overwegend beter dan verwachte kwartaalresultaten van zowel de Europese, maar voornamelijk de Amerikaanse bedrijven. De aandacht voor de inflatie- en renteproblematiek begaf zich bijgevolg iets meer naar de achtergrond, waardoor de beurzen de ruimte kregen om opnieuw kersverse all-time highs aan te tikken. Zo dikte de Amerikaanse S&P 500 aan met zo’n 4,8% (in USD), terwijl de Europese Stoxx 600 met ongeveer 2,6% (in EUR) doorsteeg.
Met uitzondering van de energiesector, kleurde het koersenbord overheen alle sectoren groen, wat er dus op wijst dat de beursrecords niet langer uitsluitend gedreven worden door een handvol Big Tech-ers. Ook de Dow Jones brak in mei doorheen de symbolische grens van 40.000 punten, al sloeg de Amerikaanse oer-index er vooralsnog niet in om dat niveau te handhaven.
De technologiesector bleef evenwel lijsttrekker met partijfavoriet NVIDIA* die zorgde voor de meeste stemmen. Het bedrijf presteerde alweer boven de reeds hooggespannen verwachtingen waardoor het aandeel op één maand tijd opnieuw 26,9%, ofwel zo’n 700 miljard dollar (!), de hoogte in werd gedreven. Als ondertussen derde grootste bedrijf ter wereld op basis van marktkapitalisatie duldt de Californische chipontwikkelaar enkel nog Tech-mastodonten Apple** en Microsoft*** voor zich. Een relatieve koersstijging van 8,7% is echter al wat nog nodig is om zich te kronen tot nieuwe beurskoning. Op macro-economisch vlak was het in de bloeimaand wat meer van hetzelfde. De Federal Reserve hield zoals verwacht vast aan het huidige renteniveau, terwijl FED-voorzitter Powell en zijn discipelen benadrukten dat het huidige renteniveau voldoende hoog zou zijn in het kader van diens doelstellingen, maar dat eventuele renteverlagingen toch nog niet voor meteen zouden zijn.
De Core PCE-prijsindex, Powells favoriete graadmeter voor de kerninflatie, bleef immers net zoals in april vasthangen op 2,8%. Daarnaast kwam de samengestelde PMI, een indicator voor de vooruitzichten van de diensten- en maakindustrie, met een cijfer van 54,4 fors hoger uit dan verwacht. En ondanks het laatste jobrapport iets zwakker was dan het vorige, blijft de arbeidsmarkt met een werkloosheidspercentage van slechts 3,9% erg solide.
De inflatoire risico’s werden bovendien opgedreven door de beslissing van OPEC+ om de olieproductie verder te beperken tot het einde van het derde kwartaal van 2024, waarna de productie evenwel terug stelselmatig zou worden opgeschroefd. Waar de markt aan het begin van de bloeimaand nog een kans van bijna 90% toekende aan een eerste Amerikaanse renteverlaging in september, daalde dat percentage zo uiteindelijk naar ongeveer 60% vandaag, waardoor de tienjaarsrente op een relatief hoog niveau van 4,5% standhield.
De marktverwachtingen rond een eerste rentedaling in juni van de Europese Centrale Bank bleven daarentegen wel overeind, gesterkt door de uitspraken van ECB-presidente Christine Lagarde die zich ‘really confident’ voelde dat de inflatie nu onder controle is. De kerninflatie in de eurozone kreeg evenwel onverwachts een opstoot en steeg van 2,7% in april tot 2,9% in mei. Wil de ECB haar geloofwaardigheid niet in het gedrang brengen, dan zal dat hogere inflatiecijfer wellicht weinig invloed hebben op de nakende rentebeslissing. De centrale bankiers zullen echter wel voorzichtig omspringen met verdere rentedalingen zolang de strijd tegen de inflatie niet volledig gestreden is.
* Dit is een samenvatting van de conclusies uit de studie. De volledige studie is te raadplegen via https://www.dierickxleys.be/nl/studies/nvidia
** Dit is een samenvatting van de conclusies uit de studie. De volledige studie is te raadplegen via https://www.dierickxleys.be/nl/studies/apple
*** Dit is een samenvatting van de conclusies uit de studie. De volledige studie is te raadplegen via https://www.dierickxleys.be/nl/studies/microsoft
Artikels zoals deze rechtstreeks in jouw mailbox ontvangen via de maandelijkse Next Gen nieuwsbrief? Schrijf je hieronder in: