Als kleine meisjes bouwde de tweeling Raissa en Joyce de Haas al bloemenwinkels en brouwden ze eigen drankjes. Nu leiden ze hun bedrijf Double Dutch Ltd. gespecialiseerd in premium mixers en tonics, steeds verder de competitieve wereldmarkt op. Na Europa en USA is het nu ook apero time in Azië. Smaak en karakter: twee trefwoorden waarmee Double Dutch Ltd. de feeststemming erin brengt sinds 2016. Dat doen ze met typische smaken zoals komkommer & watermeloen en granaatappel & basilicum. Vanuit een sterke visie én met een flexibele strategie. Dat rendeert, zo blijkt. Daarover getuigden ze tijdens de Next Gen Bar Talks van Dierickx Leys Private Bank. Een sprankelende babbel.
De Tonic Twins. Double Dutch. Alleen al het feit dat de ondernemende zussen de Haas een tweeling uit Nederland zijn en dat ook doortrekken in hun merknaam, maakte hen al snel bekend. Van kleinsaf
altijd samen op stap en in de weer voor een of ander project(je). De ondernemersgenen kregen ze van thuis mee. Hoewel hun ouders vonden dat de twee beter eerst wat ervaring zouden opdoen vóór ze voor zichzelf zouden beginnen, ging de tweeling al snel voor hun zaak.
Raissa de Haas: “Studeren deden we samen. Eerst TEW in Antwerpen. Daarna ging Joyce aan de slag bij BNP Paribas, ik bij Merit Capital. Toen verhuisden we naar London voor onze Master Entrepreneurship. Het businessplan voor Double Dutch ontstond eigenlijk bij het schrijven van onze thesis. In kwaliteitsvolle mixers voor de horeca zagen we veel opportuniteiten. Die aandacht hadden we ook van thuis meegekregen. Ma en pa organiseerden elke laatste vrijdag van de maand feestjes waar kwaliteitsvolle gins en vodka’s werden gemixt. Daar konden we wel wat mee.”
Succesvolle duo’s vullen elkaar aan. Zijn jullie erg gelijkend of heb je elk andere sterktes?
Raissa: “In algemene lijnen zijn we gelijkend. Maar we zijn ook erg verschillend. We hebben dan ook aparte rollen in het bedrijf: Joyce is verantwoordelijk voor finance, operations en export, ik voor het merk, marketing en sales. Dat is mooi afgelijnd. Natuurlijk vraagt dat veel praten. Minstens één keer per week hebben we ook een grote ruzie, zo’n typische zussenruzie. Daardoor is het makkelijk samenwerken: onze communicatie is eerlijk, zonder een blad voor de mond en direct. Alles wordt snel uitgepraat.”
Ook de naam Double Dutch ontstond bij het schrijven van hun thesis, tijdens een avond op café waarin wat gebrainstormd werd. “Toen zei een vriend: ‘Double Dutch, dat klinkt wel goed.’ De (wazige) ochtend erna klonk het nog altijd goed. En die naam is blijven stáán.”
Hadden jullie voor hetzelfde geld een totaal ander product op de markt kunnen brengen?
Raissa: “Eigenlijk is de keuze voor premium mixers een combinatie van gelukkig toeval én onze achtergrond. Het had alles kunnen zijn waar we een passie voor hebben, eventueel ook een andere soort drank (lacht).
Maar in premium mixers zagen we een gat in de markt. De mixers en tonics liepen duidelijk achter op
de evolutie van gin en vodka. Daarin had je quasi geen smaakinnovatie. Wat dat betreft stond gin 5 à 6 jaar verder. We waren zelf gefrustreerd dat er geen lekkere mixers op de markt waren en namen vaak onze eigen mixers mee naar feestjes. Dat we daarin verder zouden gaan, lag voor de hand.”
Waren jullie nooit bang om je kans te wagen in de toch wel erg concurrentiële drankenmarkt?
Raissa: “Die markt is inderdaad erg competitief en gedomineerd door grote bedrijven. Eerlijk gezegd hebben we daar niet diep genoeg over nagedacht om bang te zijn. We hebben gewoon doorgezet. Noem het naïviteit, maar soms is ondernemen een kwestie van gewoon doén.”
Hoe moeilijk was het om kapitaal te vinden voor de opstart?
Raissa: “Dat was best moeilijk. We moesten snel geld ophalen, want we hadden niet echt startkapitaal en de geldprijs voor seed funding van onze universiteit in London die we hadden gewonnen, was snel op. Dus zijn we op zoek gegaan naar mensen uit de voedingsen drankensector, velen onder hen hebben we via LinkedIn opgezocht. Zo legden we de basis voor ons huidige netwerk.
Wat we wel hebben onderschat, is de rol van de grootdistributeur in het horecaverhaal. Horeca kiest vaak niet rechtstreeks voor merk X of Y, maar koopt aan via de groothandelaar. Dat is dan de partij die je mee aan boord moet krijgen. In het begin hielden we daar onvoldoende rekening mee.”
Vandaag is Double Dutch vooral present in de horeca, in supermarkten en online. Er wordt geëxporteerd naar 45 landen, vooral in Europa, maar ook in tien staten van Amerika. De opmars in Azië is net gestart, eerst in Hongkong maar de plannen reiken verder. Het internationale verkoopteam werkt vanuit de UK, daarnaast zijn er ook de importeurs in de landen die hun eigen team inzetten.
“De kern van de zaak ligt in het ontwikkelen van nieuwe smaken en smaakcombinaties, het selecteren van de ingrediënten, en uiteraard in marketing en verkoop. Het mengen van de ingrediënten en afvullen besteden we uit bij gespecialiseerde partners.”
Waar ligt voor jullie de focus?
Raissa: “Voor ons staat productontwikkeling voorop. Wij testen veel met klanten en consumenten, dat doen we constant, het hele jaar door. Niet alles komt op de markt. We overleggen vaak met onze klanten, ook rond de nieuwste trends. In sommige landen en vooral in de USA zien we een tequila boom, wat kunnen we daarmee doen? Ook de gezondheidsmarkt groeit, vooral sinds corona. Waar trends precies ontstaan, wisselt nogal. Tequila boomt nog niet in België en Nederland, maar die trend komt er wel aan. Leuk marktonderzoek is dat (lacht).”
Hoe pak je de marketing aan?
Raissa: “Vooral via social media en online. Voor ons is de Instagram-pagina dé etalage om verbinding te vinden met onze community. Daarnaast zetten we campagnes op samen met sterke-drankenpartners. Ook op evenementen & festivals zijn we vaak present. We pakken graag kansen aan om ons product aan mensen in handen te geven om te proeven.”
In de zeven jaar sinds de start in 2016 is Double Dutch sterk gegroeid. Maar het duo ziet nog veel groeimogelijkheden, zowel in de thuismarkten als in de export. Hoe is Double Dutch zo gegroeid ondanks de coronacrisis die stevig heeft ingehakt op de horecasector?
Raissa: “Bij het begin van corona verliep zo’n 80% van onze business via horeca. Maar uiteindelijk zijn we erin geslaagd om het omzetverlies in de horeca te compenseren met verkoop via supermarkten en online. Op dat moment moesten we flexibel zijn - en dat is gelukt. In de nabije toekomst willen we ook verder inzetten op groei via die kanalen.”
Waar ben je toch wel trots op?
Raissa: “Op veel grote en kleine dingen. Maar als ik dan toch moet kiezen: de investering in ons bedrijf door de familie Heineken in 2020. Dat was een erkenning én een mooi compliment van een familie waar we altijd super hard hebben naar opgekeken, ja.”
Hoe zou je jullie visie omschrijven? Is die dezelfde gebleven of geëvolueerd?
Raissa: “Onze visie is dezelfde gebleven. Het element unexpected (onverwacht) nemen we altijd mee. Alles wat we doen, moet verrassend en innoverend zijn. Daarnaast willen we ook duurzaam ondernemen.
Duurzaamheid is altijd een belangrijk ingrediënt in onze drankjes. Een sterke visie is belangrijk, maar je moet ook flexibel zijn. Dat hebben we zelf ervaren bij het begin van corona toen we een strategische ommezwaai moesten maken.”
Jouw advies voor startende ondernemers?
Raissa: “Een businessplan op papier is nodig en nuttig, maar het is de praktijk die beslissend is. Wacht niet tot je product en service helemaal perfect zijn, begin er gewoon aan. Just do it. Daarna kan je altijd bijsturen op basis van concrete feedback in de markt.”
Daar klinken we op!
blogpost over Vermogensbeheer